Beelddenken is een non-verbale manier van denken en is het tegenovergestelde van denken in taal. Stelt u zich eens voor hoe u door de supermarkt loopt. Het kan zijn dat u in gedachten pratend naar de schappen loopt en tegen u zelf zegt wat u nodig heeft en waar u dat kunt vinden. Maar het kan ook zijn dat u een plattegrond van de winkel voor u ziet en in gedachten ‘kijkend’ naar de schappen loopt. Dit zijn twee verschillende manieren van denken of informatieverwerking.

Leren met de ogen
Het onderwijs is vooral gericht op het talige denken en dat maakt het voor beelddenkende kinderen vaak lastig. Zij leren op een andere manier. Zij leren het liefst met hun ogen en door ervaringen op te doen en te handelen. Ze onthouden makkelijker door te kijken dan door te luisteren. Deze kinderen hebben meestal creatieve oplossingen voor problemen. Wat vaak opvalt, is dat zij vertaaltijd nodig hebben om hun beelden in woorden om te zetten. Dit duurt even en gaat soms gepaard met zoeken naar de juiste woorden. Ook zijn ze in hun verhalen niet altijd navolgbaar en springen ze van de hak op de tak. Omdat zij alles voor zich zien, is het lastig om de volgorde van de gebeurtenissen te zien. Alles is voor hen namelijk in één beeld zichtbaar.
Een andere invalshoek
Het is te begrijpen dat deze kinderen het soms moeilijk kunnen hebben in ons talige onderwijssysteem. Het automatiseren van lezen en spellen is vaak lastig. Zij hebben een andere invalshoek nodig. Minder via het auditieve kanaal, maar meer leren door te kijken, het beeldend vermogen in te schakelen en ook door te bewegen en te voelen.
Leren op speelse wijze
Wat voor alle kinderen geldt, geldt ook voor beelddenkende kinderen: geen enkel lees- of spellingprobleem is hetzelfde. Ik stem het aanbod van oefeningen af op de leerstijl van het kind. Zo kan bijvoorbeeld het automatiseren van de klanktekenkoppelingen bij een kind met een lichaams-kinesthetische leerstijl (voorkeur voor bewegen) op een speelse wijze worden geoefend door beweging in te schakelen. Oefeningen worden dan via verschillende zintuigen aangeboden, zoals met de trampoline, bal, schuurpapieren letters, klei, kleuren enz. Zo kan de informatie beter geautomatiseerd worden.


